LHBTIQAPC+: Het hokje waar je niet uit mag.

We leven in een tijd waarin iedere letter telt. LHBTQIA+, en wie weet wat er morgen nog bij komt.

Wat ooit begon als een oproep tot acceptatie en vrijheid, is inmiddels uitgegroeid tot een vlaggenparade van labels, sub-identiteiten en gevoeligheden waar je met een kompas nog je weg niet in vindt.

 

Ironisch genoeg is het hele idee ooit ontstaan om mensen uit hokjes te halen. Maar hoe meer aandacht deze ‘community’ opeist, hoe groter het hokje wordt waar ze zelf niet meer uit lijken te willen komen.

Pride, awareness-dagen, regenboogzebrapaden, Netflix-series, lesmateriaal op basisscholen — overal is het, altijd zichtbaar.

En wie er iets van zegt, is verdacht. Niet per se homofoob, maar te weinig inclusief. Wat dat ook moge betekenen.

 

We zijn doorgeslagen in het idee dat erkenning komt door nadruk. Maar echte integratie werkt niet via decibellen. Hoe harder je roept dat je anders bent, hoe minder vanzelfsprekend je wordt.

En daarmee zit je precies in de valkuil die je wilde vermijden: dat mensen je blijven zien als ‘die groep’.

 

Aandacht is niet hetzelfde als acceptatie

Er is een verschil tussen respect en verheerlijking. Respect is stil, normaal, vanzelfsprekend. Verheerlijking daarentegen zet iemand op een voetstuk, en daarmee ook op afstand. Het creëert kramp. Mensen worden niet ruimer in hun denken van opgelegde inclusief-taal en regenboogprotocollen. Ze worden moe, afwachtend, voorzichtig. En uiteindelijk haakt zelfs de tolerantste Nederlander af. Niet uit haat, maar uit verzadiging.

 

Slachtofferschap als identiteit

Als je identiteit constant wordt uitgedrukt in slachtofferschap of uitzonderingspositie, blijft het systeem je altijd iets schuldig. Die houding is niet bevrijdend, maar bindend. Het maakt de samenleving geen stukje warmer, alleen scherper verdeeld. Je ziet het al op scholen, in werkgroepen, op sociale media: mensen worden niet meer als individuen benaderd, maar als vertegenwoordiger van een afkorting. Dat is geen vooruitgang, dat is bureaucratie van het gevoel.

 

De samenleving is klaar. Maar mag dat?

De gemiddelde Nederlander ligt niet wakker van iemands geaardheid. De meeste mensen zijn klaar met het onderwerp omdat ze het allang normaal vinden. Maar juist dát mag je blijkbaar niet zeggen. “We zijn er toch al” klinkt tegenwoordig bijna als een belediging. Alsof je iets ontkent, terwijl je in feite toegeeft dat het doel behaald is.

 

Slotgedachte:

Soms moet je stoppen met apart willen zijn om écht onderdeel te worden.

De vraag is niet of de wereld inclusief genoeg is.

De vraag is of sommige mensen durven op te houden met zichzelf uitsluiten — en of we dat ook mogen zeggen, zonder meteen in het verkeerde hokje te worden geplaatst.